Zingen is niet moeilijk
Het gebruik van de stem is niet zo lastig als veel mensen denken. De stem is een instrument dat iedereen heeft en waar iedereen dagelijks mee werkt. Natuurlijk vraagt het oefening om professioneel te zingen, maar als je weet hoe de stem werkt en je de natuurlijke functies ervan kunt toepassen, kun je de meeste vereiste vaardigheden aanleren.
Als we jong zijn, werkt de stem gewoonlijk perfect. Maar als we opgroeien, kan het lichaam door ongecontroleerde vernauwing de werking van de stem gaan belemmeren. Zangtechnieken zijn vooral gericht op het kwijtraken van ongecontroleerde vernauwing, om de stem vrij te laten functioneren. Daarom is er geen reden om met zangtechnieken te werken, tenzij je technische problemen met het zingen hebt.
Techniek en expressie
Dit boek gaat vooral over techniek – maar niet omdat techniek het belangrijkste aspect van de zang is. Integendeel, techniek is slechts het middel waarmee je je kunt uitdrukken. Ik denk dat het belangrijkste aspect de expressie is – het overbrengen van een boodschap. Wat je wilt vertellen en hoe je dat wilt doen zijn artistieke keuzes die iedere zanger zelf moet maken. Dit boek behandelt de technieken die je nodig hebt om jouw keuzes vorm te geven.
De geschiedenis van het zingen
Vroeger kon men de stem niet elektronisch versterken, dus moesten zangers een manier vinden om op afstand hoorbaar te zijn. Dit leidde tot de ontwikkeling van en het onderricht in zangtechnieken; er ontstond een klankideaal dat als enige goed werd bevonden. Deze geschoolde klank werd in de westerse wereld bekend als de ‘klassieke klank’.
Met de uitvinding van de microfoon werd het mogelijk om alle klanken te versterken, inclusief de geluiden die voorheen te zacht waren om de luisteraars te bereiken. Hierdoor werden nieuwe, ‘ongeschoolde’ klanken net zo belangrijk als geschoolde. Nu hoefde de stem zich niet meer te beperken tot klanken die van afstand te horen waren, en ontstonden er andere ideeën over wat een goede klank was.
Veel van de ‘nieuwe’ manieren om te zingen bleken net zo zwaar en vermoeiend te zijn als de ‘geschoolde’ manieren. Zangers van nieuwe muziekstijlen – zoals rock, pop, jazz, enz. – moesten leren om hun stem verantwoord te gebruiken. Ze konden echter niet terugvallen op klassieke zangtechnieken, aangezien die waren gebaseerd op een klankideaal dat ze niet nastreefden. Dit gebrek aan onderwijs had tot gevolg dat veel zangers hun stem beschadigden. Hun technieken werden daarom gevaarlijk en onverantwoord genoemd – terwijl ook veel klassieke zangers problemen hadden en hebben.
In het kamp van de niet-klassieke muziek maakten sommige zangers van de nood een deugd en verklaarden dat ‘ware’ zangers van muziekstijlen als rock, pop, jazz, enz. autodidact moesten zijn, daarbij bewerend dat zangles het eigen geluid van een zanger zou aantasten. Beide kampen koesterden hun vooroordelen ten opzichte van elkaar. Er ontstond een kloof tussen het klassieke en het niet-klassieke kamp, die vandaag de dag helaas nog steeds bestaat. Deze kloof heeft eerder betrekking op smaak dan op techniek.
Verschillende zangers van muziekstijlen als rock, pop, jazz, enz. raakten hun stem kwijt in oefenruimtes, en andere zangers raakten hun stem kwijt op tournee, soms in het begin van hun carrière, soms ook pas later. Maar er waren ook zangers bij die gedurende hun hele carrière goed bij stem bleven, hoe geforceerd sommigen van hen ook klonken. Veel van mijn nieuwe zangtechnieken zijn daarom gebaseerd op zowel de ‘klassieke’ school als de ervaring van zangers binnen de niet klassieke muziek.
Mythen over zangers
Er zijn veel mythen over zangers van voor de tijd dat er opnamen gemaakt konden worden: “Dit was een onvergelijkbare stem; zo zullen we nooit meer iemand horen zingen”, enz. Ik geloof hier niet in. Waarschijnlijk was niet de stem van de zanger zo speciaal – maar de gebruikte techniek. En we kunnen allemaal een goede techniek bereiken, niet alleen door te oefenen maar ook door te weten wat en hoe we moeten oefenen.
Helaas kunnen we de mythen over zangers en zangeressen uit het verleden niet ontkrachten, aangezien we geen opnamen hebben om bewijzen voor of tegen aan te voeren. En hun stemmen stierven (uiteraard) met henzelf. Ik geloof dat alle zangers alle klanken kunnen voortbrengen. Sinds het tijdperk van de opnamen begon, is er geen klank geweest die niet aan te leren was.
Mythen over zangtechnieken
Kunnen zien wat je doet, is van onschatbare waarde in een leerproces. Helaas kun je je bij zangles niet richten op het zien, en dit heeft geleid tot mythen over klankvorming. Gelukkig levert de wetenschap nu nieuw bewijs door het bestuderen van de stembanden, de anatomie van het strottenhoofd en de manier waarop het lichaam ademhaalt. Dit heeft geholpen om veel van de misverstanden en mythen weg te nemen die, zelfs nu nog, stemmen en carrières kapotmaken.
Op basis van deze betere kennis kunnen we nu maanden van nutteloze en schadelijke oefening vermijden. Wanneer docenten specifiek kunnen zijn in hun instructie, hoeven zangers niet langer jaren te oefenen met als basis slechts vage aanwijzingen. Als je rechtstreeks aan een probleem kunt werken, is het gemakkelijker om te bepalen of je op de juiste weg bent. Een techniek moet meteen het bedoelde effect hebben; is dat niet zo, dan wordt ze niet goed toegepast. Zangers die nieuwe technieken perfect gebruiken, blijven overeind tijdens zware tournees. Dit is een van de redenen waarom mijn technieken worden aanbevolen door knoartsen en logopedisten.